Johan Blokland:
‘Je mag best water bij de wijn doen, maar het moet wel wijn blijven’
“Ik draaide in 1974 regelmatig nachtdiensten”, vertelt Johan Blokland (69). “Ik weet nog dat ik thuis net in slaap was gevallen en vlak daarna wakker schrok door een enorm kabaal; had PS een draaiorgel laten opdraven als verkiezingsstunt. Sindsdien ben ik ze gaan volgen.”
“We zijn opgegroeid in de verzuiling en hadden ons in de jaren zestig losgemaakt van het heersende gezag. Dat zette zich in de jaren zeventig door. Wij lieten als Progressief Sliedrecht een nieuw geluid horen, met als gevolg dat we regelmatig werden weggehoond in de Sliedrechtse politiek. De van-dik-hout-zaagt-men-planken aanpak van Paul Koot veroorzaakte ophef.
Zo maakte hij regelmatig opmerkingen dat wethouder De Bruijn te zacht praatte. Toen daar geen reactie op kwam, nam hij de volgende keer een megafoon voor hem mee. En na het verwijt dat hij met klompen door de politiek heen stampte, kwam hij de eerstvolgende keer uiteraard op klompen door de gang heen klossen.”
“Soms leek het wel of je een besmettelijke ziekte had als je zei dat je van PS was. De redacteur van De Merwestreek (Timmermans) heeft nog eens geweigerd mij een hand te geven. Nee, in de pers kwamen we er niet goed uit. De politiek was destijds een grijze bedoening, berustend en behoudend. Eigenlijk haalden we kwajongensstreken uit, het was afzetten tegen de gevestigde orde. Het was een tijd waarin je in de hoek zat van de PPR, PSP en CPN en dat had consequenties voor je omgeving. Ik liet mij ook op mijn werk niet de maat nemen en ja, dat heeft me wel eens een baan gekost.”
“PS’ers hadden hun eigen overtuiging, maar wel het vermogen om anderen de ruimte te geven. Helaas was dat bijna altijd eenrichtingsverkeer. Ik maak daarbij een gunstige uitzondering voor Dick van Meeuwen, hij had als SGP’er een oor voor andersdenkenden. Politiek is een spel om de macht en invloed. Dat geldt niet alleen voor de christelijke politiek aan de linkerzijde was het hetzelfde. Door onze invloed schoof de PvdA destijds naar links.”
Ik was er een voorstander van om met zo veel mogelijk zetels invloed uit te oefenen vanuit de oppositie. Toen de koers wijzigde, in een poging om in het college te komen, hield het voor mij op. Ik wilde de nieuwe generatie niet in de weg zitten, daarom vond ik het in 1998 na twintig jaar genoeg. In 2000 heb ik zelfs mijn lidmaatschap opgezegd, om er van los te komen. Mijn idee is dat je best water bij de wijn mag doen, maar het moet wel wijn blijven. Tegelijkertijd weet ik hoe moeilijk het is om het hoofd boven water te houden. Ik heb daarom waardering voor hoe PRO Sliedrecht het nu doet. Ik volg ze en vindt dat ze het goed doen.”